Microsoft verplaatst naar verluidt zijn Surface-en serverproductie uit China, een grote verschuiving die al in 2026 zou kunnen beginnen. De stap wordt beschreven in een Nikkei-rapport is een direct antwoord op de groeiende handelsfrictie tussen de VS en China.
Dit is de nieuwste stap in de strategische terugtrekking van Microsoft uit de regio. Het bedrijf heeft zijn AI-laboratorium in Shanghai al gesloten en een twintig jaar durende joint venture beëindigd. Het besluit weerspiegelt een bredere trend in de technologiesector, waarbij bedrijven als Apple de productie verplaatsen naar landen als Vietnam om veiligere toeleveringsketens op te bouwen.
Geopolitieke spanningen dwingen een herziening van de toeleveringsketen af
Het besluit om belangrijke hardwareproductie te verplaatsen onderstreept de intense druk waarmee Amerikaanse technologiegiganten worden geconfronteerd. Escalerende handelsgeschillen, waaronder de recente dreiging van president Trump met een extra tarief van 100% en nieuwe wederzijdse havengelden hebben een op China gerichte toeleveringsketen steeds onhoudbaarder gemaakt.
Beijing heeft ook heeft zijn eigen exportregels voor zeldzame aardmetalen aangescherpt, een cruciaal onderdeel van de elektronicaproductie. Volgens Nikkei omvat het plan van Microsoft het verplaatsen van componenten, onderdelen en eindassemblage voor toekomstige Surface-en serverproducten. Dit duidt op een diepgaande, structurele verandering.
Deze spil maakt deel uit van een grotere afrekening in de hele sector met de risico’s van een te grote afhankelijkheid van één enkel land. Analisten bij Gartner hebben veerkracht van de toeleveringsketen als topprioriteit voor 2025 benadrukt, nu bedrijven verstoringen door geopolitieke wrijvingen of volksgezondheidscrises willen voorkomen.
Microsoft staat niet alleen in deze situatie deze strategische verandering. Apple heeft de productie van nieuwe apparaten, waaronder smart home hubs en camera’s, agressief verplaatst naar fabrieken in Vietnam. Het doel van deze tech-titanen is duidelijk: het creëren van een meer gedistribueerde, veerkrachtige en politiek geïsoleerde productiebasis.
De nieuwste stap in een berekende China-retraite
Deze productie-spil is de belangrijkste stap in de stille maar doelbewuste terugtrekking van Microsoft uit China. Het bedrijf heeft zijn operationele voetafdruk in het land al meer dan een jaar systematisch verkleind.
De sluiting van zijn AI-en IoT-laboratorium in Shanghai was een belangrijk vroeg signaal. De faciliteit was geen kleine buitenpost; het was een innovatiecentrum dat honderden lokale projecten ondersteunde en meer dan een miljard dollar aan investeringen aantrok. De sluiting betekende het einde van een belangrijk R&D-kanaal in de regio.
In april 2025 beëindigde het zijn twintig jaar durende samenwerking met Wicresoft, de eerste joint venture in China, waardoor 2.000 banen werden geschrapt. In de interne sluitingsmededeling van Wicresoft werd rechtstreeks melding gemaakt van “geopolitieke verschuivingen en veranderingen in de mondiale zakelijke omgeving.”
Deze acties volgden op eerdere stappen om honderden AI-en cloudmedewerkers te verhuizen en een mandaat voor in China gevestigd personeel om iPhones te gebruiken voor verbeterde beveiliging. Hoewel Microsoft publiekelijk een volledige exit heeft ontkend, schetsen zijn acties een duidelijk beeld van het terugdringen van risico’s en strategische herschikking.
Deze voorzichtige aanpak staat in contrast met publieke verklaringen van Microsoft-president Brad Smith, die heeft gepleit tegen agressieve Amerikaanse exportcontroles en stelt:”AI zal zich wereldwijd blijven verspreiden. Geen enkel land, inclusief de Verenigde Staten, kan dit tegenhouden.”
Een patroon van veiligheidstekortkomingen Voedt de uittocht
De strategische terugtocht wordt ook gevoed door een reeks schadelijke veiligheidsonthullingen die het vertrouwen in Washington hebben aangetast. In juli 2025 brachten rapporten aan het licht dat Microsoft gebruik maakte van in China gevestigde technici om gevoelige Pentagon-cloudsystemen te onderhouden.
Het’digitale escort’-programma was een kostenbesparende oplossing om te voldoen aan strikte federale staatsburgerschapsregels. Het vertrouwde echter op ondergekwalificeerd Amerikaans personeel om toezicht te houden op elite-ingenieurs, waardoor een enorme blinde vlek op veiligheidsgebied ontstond die jarenlang bleef bestaan.
Deze risicovolle praktijk, die het bedrijf in zijn officiële veiligheidsplannen niet goed aan het Ministerie van Defensie openbaarde, creëerde wat een voormalige functionaris een flagrante kwetsbaarheid noemde.
David Mihelcic, een voormalige CTO van DISA, schatte het gevaar botweg in en zei: “Hier heb je er een. persoon die je echt niet vertrouwt, omdat deze waarschijnlijk bij de Chinese inlichtingendienst zit, en de andere persoon niet echt capabel is.”
Voormalig CIA-en NSA-directeur Harry Coker waarschuwde voor de mogelijkheden voor spionage en merkte op:”Als ik een agent was, zou ik dat beschouwen als een manier voor uiterst waardevolle toegang. We moeten ons daar grote zorgen over maken.”
Het schandaal escaleerde toen bleek dat dezelfde praktijk werd toegepast naar de lokale SharePoint-software die het doelwit was van een wereldwijde hackcampagne die meer dan 400 organisaties in gevaar bracht, waaronder delen van het Department of Homeland Security.
De publieke en politieke reactie was onmiddellijk, waardoor Microsoft gedwongen werd een einde te maken aan de praktijk voor DoD-systemen.
De reactie van het Pentagon was ondubbelzinnig. De Amerikaanse minister van Defensie Pete Hegseth verklaarde: “Buitenlandse ingenieurs – uit welk land dan ook, inclusief natuurlijk China – mogen NOOIT DoD-systemen onderhouden of er toegang toe krijgen”, waardoor Microsoft geen speelruimte meer heeft.
Dit patroon van veiligheidsfouten, gecombineerd met geopolitieke instabiliteit, heeft een aanzienlijke aanwezigheid in China tot een verplichting gemaakt die het bedrijf niet langer bereid is te dragen.