Microsoft heeft de release aangekondigd van AutoGen v0.4, een belangrijke upgrade van zijn open-sourceframework voor AI-workflows met meerdere agenten, naast de introductie van het Magic-One-systeem dat het bedrijf afgelopen november presenteerde.

De update, ontworpen om tegemoet te komen aan feedback van ontwikkelaars, verbetert de schaalbaarheid, modulariteit en foutopsporingstools, waardoor robuustere en uitbreidbare AI-systemen mogelijk worden. Deze iteratie markeert een cruciale stap in het bevorderen van taakautomatisering en collaboratieve AI-toepassingen.

Een opnieuw ontworpen raamwerk voor Multi-Agent AI

AutoGen v0.4 introduceert een asynchroon, gebeurtenisgestuurd berichtensysteem dat naadloze communicatie tussen agenten mogelijk maakt. Dankzij dit ontwerp kunnen agenten samenwerken in complexe workflows, waarbij gebruik wordt gemaakt van zowel op gebeurtenissen gebaseerde als verzoek-antwoord-interactiepatronen.

Microsoft beschrijft de update als “een compleet nieuw ontwerp van de AutoGen-bibliotheek, ontwikkeld om de codekwaliteit, robuustheid, algemeenheid en schaalbaarheid in agentische workflows te verbeteren.”

The De modulaire structuur van het framework ondersteunt de integratie van aangepaste agents, tools en workflows, waardoor het zeer aanpasbaar is voor diverse toepassingen.

Ingebouwde observatietools, waaronder OpenTelemetry-ondersteuning, bieden gedetailleerde monitoring-en foutopsporingsmogelijkheden en bieden ontwikkelaars de mogelijkheid. mogelijkheid om berichten te traceren, statistieken bij te houden en workflows effectief te beheren.

Magentic-One: de kern van geavanceerde taakautomatisering

De introductie van Magentic-One benadrukt het potentieel van AutoGen v0.4 voor het orkestreren van samenwerking tussen meerdere agenten Magic-One vertrouwt op een orkestrator die een team van gespecialiseerde agenten coördineert om complexe, uit meerdere fasen bestaande taken uit te voeren. Het systeem bevat vier belangrijke agenten:

WebSurfer Agent: deze agent navigeert op internet en voert taken uit zoals het uitvoeren van zoekopdrachten, klikken op links en interactie met online elementen. Net als browsergebaseerde tools zoals de functie’Computergebruik’van Anthropic, kan WebSurfer informatie over meerdere websites verzamelen en synthetiseren, waardoor samenvattingen en inzichten worden geboden die nodig zijn voor bredere projectdoelen.

FileSurfer Agent: FileSurfer is belast met het verkennen van lokale mappen en het analyseren van bestandsinhoud en ondersteunt workflows waarbij documentbeheer, het ophalen van gegevens en lokale gegevensverwerking betrokken zijn. Deze agent zorgt ervoor dat essentiële bestanden toegankelijk zijn en soepel in projecten worden geïntegreerd zonder dat er handmatige handelingen nodig zijn toezicht.

Coder Agent: Met de mogelijkheid om code te schrijven en te evalueren, functioneert de Coder-agent als een virtuele programmeur. Hij kan nieuwe scripts opstellen, bestaande scripts debuggen en ermee samenwerken andere agenten door invoer van de WebSurfer of gegevens geparseerd door de FileSurfer te interpreteren. Deze mogelijkheid positioneert Magentic-One als een veelzijdig hulpmiddel in omgevingen waar ontwikkelings-en codeerautomatisering noodzakelijk zijn.

ComputerTerminal. Agent: Het laatste onderdeel van de reeks agenten is de ComputerTerminal, een gespecialiseerde agent die de code uitvoert die door de Coder wordt gegenereerd. Door programma’s rechtstreeks uit te voeren, wordt de lus gesloten in projecten die onmiddellijk moeten worden getest of geïmplementeerd, en fungeert het als een realtime uitvoeringsomgeving die zich kan aanpassen op basis van feedback van de Orchestrator.

Afbeelding Microsoft

Centraal in De functionaliteit van Magentic-One is het ‘takenboek’ en het ‘voortgangsboek’ van de orkestrator.

Het takenboek dient als blauwdruk die elke stap van een project schetst, terwijl het voortgangsboek de voltooiing bewaakt en de workflows dynamisch aanpast. Dit aanpassingsvermogen zorgt ervoor dat het systeem zonder handmatige tussenkomst uitdagingen kan herijken en overwinnen.

AutoGen v0.4 introduceert nieuwe tools om de ontwikkeling van AI-systemen te vereenvoudigen. AutoGen Studio, een low-code-omgeving, maakt snelle prototyping mogelijk met functies zoals real-time agentupdates, bedieningselementen tijdens de uitvoering en een drag-and-drop-interface voor teambuilding.

De interface bevat ook visualisatie van de berichtenstroom, wat een intuïtieve manier biedt om de communicatiepaden van agenten te volgen.

Afbeelding: Microsoft

AutoGen Bench is een andere belangrijke toevoeging en biedt een benchmarkingtool voor het evalueren van de prestaties van agenten voor verschillende taken en omgevingen. Beide tools zijn ontworpen om de ontwikkelingscomplexiteit te minimaliseren en experimenten met multi-agentsystemen aan te moedigen.

Een competitieve context voor multi-agent AI

AutoGen v0.4 en Magnetic-One komen in een tijd waarin de concurrentie op het gebied van AI-gestuurde taakautomatisering toeneemt. Salesforce’s Agentforce 2.0 en Google’s Agentspace bieden unieke benaderingen voor het automatiseren van workflows. De focus van Microsoft op modulariteit, schaalbaarheid en gemeenschapsgestuurde ontwikkeling onderscheidt de aanpak echter.

Magentic-One integreert met OpenAI’s GPT-4o voor verbeterde redeneringsmogelijkheden, maar blijft LLM-agnostisch, waardoor ontwikkelaars systemen kunnen aanpassen specifieke behoeften door verschillende taalmodellen te kiezen. Deze flexibiliteit positioneert AutoGen als een veelzijdig raamwerk voor bedrijven en ontwikkelaars die op zoek zijn naar geavanceerde AI-oplossingen.

Migratie en toekomstige ontwikkeling

Microsoft heeft stappen ondernomen om de migratie te vereenvoudigen proces van eerdere versies van AutoGen. De nieuwe AgentChat API behoudt bekende abstracties en introduceert nieuwe functionaliteiten zoals het streamen van berichten, verbeterde taakbesparing en de mogelijkheid om workflows te pauzeren en te hervatten.

Het bedrijf is ook van plan de ondersteuning voor programmeertalen uit te breiden, domeinspecifieke extensies te introduceren en gemeenschapsbijdragen te bevorderen via open-sourceontwikkeling.

De routekaart van Microsoft weerspiegelt zijn inzet voor het bevorderen van agentische AI, met de nadruk op schaalbaarheid, robuustheid en ethische ontwikkeling. Naarmate het AI-landschap evolueert, positioneren AutoGen v0.4 en Magic-One Microsoft in de voorhoede van multi-agent AI-innovatie, waardoor de weg wordt geëffend voor toekomstige doorbraken op het gebied van automatisering en samenwerking.

Categories: IT Info