ValueLicensing, een in het Verenigd Koninkrijk gevestigde softwarereseller, heeft juridische stappen ondernomen tegen Microsoft en heeft een verzoek ingediend bij het Competition Appeal Tribunal (CAT) om delen van de verdediging van Microsoft in een lopende rechtszaak af te wijzen. ValueLicensing heeft Microsoft beschuldigd van concurrentieverstorende praktijken met betrekking tot de wederverkoop van eeuwigdurende licenties en eist £270 miljoen (ongeveer $342 miljoen) aan schadevergoeding.

De kern van het geschil

De eiser beweert dat Microsoft het aanbod van tweedehands eeuwigdurende licenties, dit zijn licenties waarmee klanten een softwareversie voor onbepaalde tijd kunnen gebruiken, heeft ondermijnd door klanten te stimuleren om over te stappen op op abonnementen gebaseerde modellen zoals Office 365 en Azure. ValueLicensing stelt dat de acties van Microsoft hebben geleid tot hogere prijzen en verminderde mogelijkheden voor consumenten die er de voorkeur aan geven oudere, eeuwigdurende licenties te gebruiken of door te verkopen. Microsoft daarentegen beweert dat het aanbieden van de optie aan klanten om van oudere licenties naar nieuwe cloudabonnementen over te stappen zowel legaal als gunstig is voor het verbeteren van de productiviteit en veiligheid.

Microsoft heeft een tweedelige verdediging gepresenteerd: ten eerste , waarbij wordt beweerd dat de contractuele voorwaarden noodzakelijk en redelijk zijn; en ten tweede, het beweren dat de voordelen van hun strategie eventuele concurrentiebeperkende effecten compenseren. ValueLicensing bestrijdt deze verweren en stelt dat Microsoft er niet in is geslaagd deze beweringen adequaat te onderbouwen. Bovendien verzet zij zich tegen de wens van Microsoft om buitenlands recht in de procedure te introduceren, met het argument dat de zaak tot de Brexit-datum van 31 december 2020 uitsluitend onder het Engelse recht zou moeten vallen; Schade na de Brexit moet voldoen aan de wetten van de betreffende markt.

Procedures en implicaties

De zaak blijft evolueren met de ontwikkelingen in het vooronderzoek, waaronder een debat over de vraag of Jonathan Horley, oprichter en directeur van ValueLicensing, erbij moet worden betrokken binnen de vertrouwelijkheidsring – een groep verleende toegang tot gevoelige informatie in de zaak. Een verzoek om een ​​kort geding zal naar verwachting tussen maart en juni 2024 door het voltallige Tribunaal worden beoordeeld, terwijl het proces gepland is voor 2025. Deze rechtszaak onderstreept het complexe landschap van softwarelicenties en-wederverkoop, een gebied waar steeds meer juridisch toezicht op wordt uitgeoefend omdat de machtsverhoudingen tussen technologiebedrijven en hun klanten blijft evolueren in de cloudgestuurde digitale economie.

Categories: IT Info